Aan de voet van de duinen staan de strandcabines netjes opgesteld, in de strandslaaphuisjes met uitzicht op zee vertoeven al de eerste gasten en op de terrassen van de strandpaviljoens wordt weer geluncht en gechilled. Ook de huurfietsen, sport- en strandspullen en andere zomerattributen staan uitgestald. De kustplaatsen zijn er klaar voor, het badseizoen kan beginnen. Laat ze maar komen de dagjesmensen, vaste badgasten en de Zeeuwen zelf. Dat doen ze al vanaf de 19de eeuw. Sinds die tijd trekt het Zeeuwse strand ieder jaar grote aantallen liefhebbers aan .
Hoe was het eigenlijk vroeger, het strandleven ? In dit blog gaan we terug naar de tijd van zeebaden, badplaatsen, badkoetsen en de juiste strandetiquette.

WIKIPEDIA Badgast een persoon die een badplaats bezoekt Een badplaats is een aan zee of aan een meer gelegen plaats die voor toeristen aantrekkingskracht heeft door de goede mogelijkheden en voorzieningen om te zonnen en te zwemmen aan het strand. De meeste badplaatsen werden in de 19e eeuw gebouwd om rijke burgers een nieuwe vorm van ontspanning te bieden: kusttoerisme. Pas vanaf de jaren 50, met de invoering van het betaald verlof voor arbeiders, komen ook de arbeiders- en middenklasse in de zomer naar de badplaatsen.
Het strandbezoek alleen voor de elite
Nu dat de zomer in zicht is en het weer warmer wordt, verheugen we ons op het strand. Niets fijner dan lekker languit in het zand liggen en af en toe een frisse duik in zee nemen. Ook dit jaar hebben we weer op onze vertrouwde stek onze eigen strandcabine waar ik vorig jaar in mijn blogpost Beachlife over vertelde. We hopen er ook dit zomerseizoen weer volop van te kunnen profiteren.
Het genieten van zee en strand is overigens lange tijd niet vanzelfsprekend geweest.
Tot halverwege de achttiende eeuw was het namelijk voor de meeste mensen zeer ongebruikelijk om regelmatig in bad te gaan. Men dacht dat wassen de natuurlijke beschermlaag van de huid zou verwijderen. Dat beeld veranderde toen geleerden aantoonden dat regelmatig baden zou leiden tot een betere gezondheid. En zo ontstond een echte badcultuur waarbij het rijkere deel van de bevolking regelmatig een bronbad nam.
Baden in zee
Was de kust decennia lang een no-go area vanwege het gevaar en onberekenbare van de zee, aan het begin van de 19e eeuw werd ook het baden in zee populair: zeewater bleek een heilzame werking voor de huid te hebben. Kleine wondjes genazen sneller na een bad in zee en het besef groeide dat de zeelucht gezond was. Uiteraard was het baden in zee een privilege voor de beter gestelden, dat door de inheemse bevolking verwondering opwekte. Zee en strand waren het domein van vissers en jutters: wat moesten die mensen in hemelsnaam in dat water?
Een glas zeewater: goed voor je gezondheid
Aanvankelijk bezocht men een badplaats en de zee dus voor de gezondheid. Het liefst moest er zo vroeg mogelijk in de ochtend worden gebaad. Ook de kracht van de golfslag leek belangrijk voor de heilzame werking van het bad op spijsvertering en bloedcirculatie. Men dronk het zeewater en het werd gebruikt als laxeermiddel.
Maar men kon natuurlijk niet zo maar in zee lopen en in die tijd werd dus de badkoets uitgevonden. De elite werd op die manier met koets en al de zee ingeduwd of getrokken terwijl zij zich in de koets omkleedden en dan achter schermen in het water gingen.
Badgasten van dichtbij en ver weg
Met de komst van de industrialisatie werd de lucht in en rond de steden steeds vuiler. Daardoor werd het verblijf in de ‘gezonde zeelucht’ aan de kust steeds meer gewild. Naast het baden in zee was vooral het verblijf aan zee met het flaneren op de boulevards en het vermaak ernaast voor de welgestelde stedelingen een aangenaam uitje.
Aan het eind van de 19e eeuw wordt de Nederlandse kust ook door Duitse bezoekers ontdekt. Omdat de reis vanuit Duitsland lang was, verbleef men in de zomer vaak lange tijd als toerist in de badplaatsen.
In die tijd werden ook steeds meer hotels en pensions geopend om de gasten van ver te ontvangen.
Vanaf het begin van de 20e eeuw kwamen er ook grote (prive) villa’s op de hoogste duintoppen en in de kustdorpen .
Strohoeden, witte jurken en donkere pakken
Badmode van toen (tot 1920)
Hoe je in het water gaat met badpak, shorts of bikini, naakt of aangekleed: tegenwoordig lijken op het strand er amper (behalve voor het naaktstrand) nog kledingvoorschriften te bestaan. Iedereen trekt net zo veel (en vooral net zo weinig) aan als hij zelf wil.
Dat was een eeuw geleden wel anders. Politieagenten controleerden, de meetlat in de hand, of badgasten niet te veel bloot van zichzelf lieten zien. Het resultaat was dat mensen op het strand zo ongeveer evenveel kleding aan hadden als elders. Voor dames en meisjes betekende dat witte (linnen of katoenen) jurken, of een blouse op een donkere rok, voor de heren een donker pak en een wit overhemd. Iedereen droeg een strohoed .
Badkostuum
Het badkostuum bestond voor de vrouwelijke strandliefhebbers in de 19e eeuw uit lange jurken (bijna van top tot teen bedekt) terwijl de heren wollen zwempakken met pijpen droegen – een stijl die het bijna een eeuw volhield. Om er zeker van te zijn dat er niets te zien was, werden de jurken van de vrouwen zelfs met gewichtjes in de zoom verzwaard, zodat de stof niet kon opwaaien.
Rond 1880 verscheen het tweedelige badkostuum, bestaande uit een kniebroek en tuniek met korte mouwen. Het badpak werd meestal uitgevoerd in de kleuren rood, blauw of zwart. De pakken waren erg warm en niet geschikt om mee te zwemmen.
Omkleden? Dat deed je dus in een afgesloten badkoets direct aan zee.
Badpak
De periode waarin vrouwen in een badkoets naar de zee gereden werden, duurde overigens niet lang. Aan het begin van de 20e eeuw kregen zwemoutfits minder stof en werden ze iets praktischer. Dit was grotendeels te danken aan Annette Kellerman, een Australische wereldrecordhoudster die gearresteerd werd wegens onzedelijk gedrag toen ze op een strand in de Verenigde Staten haar benen liet zien in een eendelig badpak. Hoewel het in de VS iets langer duurde voordat deze noviteit werd geaccepteerd, werd het badpak dat zowel armen als benen bloot liet in een groot deel van Europa al snel gemeengoed.
“Het grootste aantal kleren wordt meegenomen naar een badplaats”
C.J. Wijnaendts Francken






Martin Hendriksma
Aan zee
Vijf eeuwen kustbeleving
Van al onze landschappen houden we het meest van de kust. Het strand vormt een laatste plek waar jong en oud, arm en rijk elkaar tegen het lijf lopen. Martin Hendriksma schetst hoe een onherbergzame zandwoestijn, voortdurend bedreigd door het water, kon uitgroeien tot favoriet oord van ontspanning. Lotgevallen van kleurrijke kustbewoners en historische gebeurtenissen smeedt hij aaneen tot een keten van zilte verhalen, die zich uitstrekt van Cadzand tot Rottumeroog.
Aan zee (Martin Hendriksma stelt overigens zelf dat het eigenlijk meer over zand gaat) is een royaal geïllustreerde kroniek van vijfhonderd jaar kustbeleving. Van watervloed, slavernij, armoede en oorlog, maar ook van vrijheid en zorgeloos geluk. Gedreven vanuit de vraag: hoe houden we onze kwetsbare, soms overvolle ‘gouden rand’ in de toekomst leefbaar?

De badkoets
De badkoets of strandkoets is meest kenmerkend voor de badcultuur in de 19e eeuw. De badgast klom op het strand in de cabine, waarna deze in het water werd geduwd, of bij de oudere en grotere modellen, getrokken door een paard. Eenmaal in het water daalde de badgast, inmiddels gekleed in badkostuum, het trapje af in zee.
Oorspronkelijk werd er naakt gebaad. Een scherm aan de badkoets bood dan bescherming tegen nieuwsgierige blikken. De (naakte) baadsters werden soms vanaf de duintoppen gadegeslagen door ‘heren’ met verrekijker. Later werd het strand ingedeeld in aparte vakken voor dames en heren. Een badman, badknecht of badvrouw zag er top toe dat de badgast, die vaak niet kon zwemmen, niet verdronk.
Een zeebad voor 50 cent
Het nemen van een zeebad was niet gratis en bleef lange tijd onderworpen aan strenge regels. Bij de Domburgsche Zeebadinrichting die de stranden exploiteerde, kostte een zeebad vlak na de Eerste Wereldoorlog 50 cent. Bij de prijs was het gebruik van een handdoek en een badkostuum inbegrepen. De maximum tijd voor het nemen van een bad bedroeg 45 minuten, inclusief het omkleden. Duurde het bad langer, dan diende de badgast een tweede kaartje te kopen. Tijdens de badtijd kon een stoel worden gehuurd voor 15 cent.
Veilig het water in
Uit veiligheidsoverwegingen was het badpersoneel verplicht, op aangeven van de badgast, mee het water in te gaan. De angst voor verdrinkingen was groot, en elke badplaats adverteerde met de veiligheid van zijn stranden. Domburg haalde in 1894 dan ook opgelucht adem toen de dames Hoeufft uit Utrecht van de verdrinkingsdood konden worden gered.
Het sterkste zandkasteel en meer vermaak
Wie wachtte op een badkoets, kon dat doen in houten wachtlokalen of in badpaviljoens. Hier kon men ook na het bad uitrusten of een kop thee of een glas melk drinken. Om het verblijf in een badplaats aangenamer te maken, kwam er steeds meer vermaak zoals dansavonden, concerten en verkiezingen en wedstrijden: voor het sterkste zandkasteel, de mooist versierde fiets of de best gedresseerde hond.

De oudste Nederlandse badplaats Domburg
Domburg is de oudste badplaats van Zeeland. Al in de 17de eeuw kwamen de eerste ‘toeristen’ naar de Walcherse kust. Dat waren wel voornamelijk dagjesmensen uit Middelburg. Vanaf 1834 kwam het echte toerisme goed op gang. En in 1860 werd Domburg zelfs te klein om er al zijn bezoekers te huisvesten. Vaak was alle beschikbare accommodatie al volgeboekt voor het zomerseizoen.
De meeste badgasten kwamen toen vooral voor:
• De heilzame lucht
• Het verkwikkende water
• De mooie omgeving
• Het rustieke karakter.
De Afdeling Zeeland der Ned. Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunde publiceerde in 1867 een rapport over ‘Domburg en zijn badinrichting. ‘
‘… Het nieuw opgerichte zeebad van Domburg, zou door de natuurlijke ligging, toestand van het strand, gehalte van water en aan de andere kant onder de beste en wat de inrichting voor verpleging aangaat, onder de aanbevelenswaardigste gerangschikt mogen worden.’
In 2014 heeft Domburg de officiële badstatus gekregen. Dit is een erkenning die alleen wordt toegekend, wanneer wetenschappelijk is vastgesteld, dat een verblijf in deze omgeving tot een betere gezondheid kan leiden.
“Devies van een badplaats:
‘Pluk de dagjesmens.’ “
Jan.G. Elburg
De foto’s in dit blog zijn van: Noord-Hollands Archief, Het Zeeuws Archief Fijn op vakantie , SERC Foto en Pinterest
Geraadpleegde Bronnen : Fijn op vakantie Jaarboek Monumentenzorg Berit Sens Aan zee in Zeeland , Historie van Domburg , Quest Modemuze en Catawiki Het Zeeuws Archief Visit Domburg Trouw

Leuke blog? Meer blogposts over strandleven vind je in categorie “In de Branding”
3 reacties op “We gaan naar zee, van badkoets tot badplaats”
Wat een heerlijk stukje om te lezen én te zien!
Ongelooflijk hoe tijden evolueren qua gewoonten, kledij, mode… Zo ook aan zee.
LikeGeliked door 1 persoon
Enig, deze beschrijving. Domburg werd nog lang daarna genoemd als een badplaats voor de gegoeden.
Vijftig cent voor een zeebad moet een forse prijs zijn geweest in die tijd, daar mocht ook wel een handdoek en badkostuum tegenover staan. ☻.
LikeLike
[…] negentiende/begin 20ste eeuw kwam het toerisme in Zeeland tot ontwikkeling.(Lees meer in mijn blog We gaan naar zee) In de badplaats Domburg en ook in Veere vermengden zich de ‘beau monde’ en Nederlands beste […]
LikeGeliked door 1 persoon